Ik werd geboren op 24 september 1969 in Hilversum.
Na een Jenaplan-basisschool en het VWO besloot ik om Nederlands te gaan studeren in Utrecht. De keuze lag voor de hand: al sinds mijn zevende stond ik op boekenmarkten voor uitgeverij Querido. Mijn tante werkte daar en ze zochten een kind dat aan leeftijdgenootjes over de boeken kon vertellen – omdat ik was opgegroeid met deze boeken, deed ik dat maar al te graag.
Al snel begon ik ook in de vakanties bij de uitgeverij te werken. Op zaterdagen stond ik in de boekhandel in Loosdrecht en in mijn vrije tijd was ik ook bijna altijd aan het lezen of schrijven. Toch wist ik nog niet wat ik nou wilde worden als ik groot was.
Tijdens mijn studie bleef ik werken bij Querido. Els van Eeden, die uitgeefster werd, en kinderboekenredacteur Jacques Dohmen leerden me werkelijk alles wat er over het vak te leren viel.
Na drie jaar was ik vrijwel klaar met mijn studie, maar ik kom nog uit de luxe-tijd in de vorige eeuw dat je zes jaar mocht studeren met een beurs. Tijdens een reis door Rusland en China besloot ik dat ik schrijfster wilde worden. Ik switchte van universiteit en vervolgde mijn studie in Amsterdam omdat ik had gehoord dat daar de beste schrijflessen werden gegeven.
De eerste opdracht die ik in Amsterdam kreeg, tijdens het college ‘Schrijven voor media’ dat door Rudolf Geel werd gegeven, luidde: ‘Schrijf een artikel’. Aangezien ik net terug was uit China, schreef ik een stuk over het treinreizen in de verschillende klassen die China kent: van de hard seats waar de urine onder de banken doorstroomde tot de superdeluxe soft sleepers.
Rudolf Geel raadde me aan het stuk naar de krant te sturen en tot mijn stomme verbazing werd het de daaropvolgende zaterdag in de Volkskrant gepubliceerd. De dinsdag daarna kreeg ik een telefoontje van uitgeverij Bzztôh: of ik niet een reisboek wilde schrijven. Dat werd mijn eerste boek: Met de trein door China.
Ik bleef ook na mijn studie nog bij Querido werken, met veel plezier, maar besloot op mijn 28e dat ik toch liever van-alles-en-nog-wat deed dan me aan één baan te wijden. Dus ik nam ontslag. Ik werkte op dat moment als presentator en cultureel verslaggever bij verschillende radiozenders – van de Concertzender tot Business Nieuws Radio – zong en acteerde in Theater Tuschinski, was hoofdredacteur van de dagkrant van het Oerolfestival, fotografeerde op premières en schreef van artikelen tot nog een reisboek en een detective…
Tot ik op een dag door uitgeverij Lemniscaat werd gebeld met de vraag of ik een theatergeschiedenis wilde schrijven. Dat deed ik maar al te graag.
Nu wilde het toeval dat in die tijd juist een non-fictieredacteur bij de uitgeverij vertrok en er werk bleef liggen. De uitgever hoorde van mijn achtergrond en vroeg of ik niet af en toe in wilde springen. En dat deed ik – en het bleek dat niet alleen het werk en de uitgeverij geweldig waren, maar de uitgever ook…
Inmiddels zijn we vele jaren verder: ik ben getrouwd met de uitgever en we hebben de twee meest bijzondere dochters van de wereld. Ik schrijf, vertaal, ben redacteur, uitgever van het Britse Lemniscaat Ltd, verwoed lezer… kortom een boekenbeest. Al mijn hele leven – en dat zal wel altijd zo blijven.
Ik ben Jesse Goossens…

Waar kom ik vandaan?
Ik ben geboren in Hilversum, maar vanuit het ziekenhuis droegen mijn ouders mij hun nieuwbouwhuis in Nieuw Loosdrecht binnen. Daar ben ik opgegroeid met een jonger broertje en zusje.
De basisschool was een Jenaplan in Loosdrecht, mijn middelbare school het Alberdingk Thijm College in Hilversum en ik studeerde aan de Universiteiten van Utrecht en Amsterdam.
Tegenwoordig woon ik in Rotterdam, in een verbouwde boerderij aan de Rotte, met mijn Lief en mijn dochters Lotje en Julia.

Wat is mijn beroep?
Ik ben schrijver, redacteur, adjunct-uitgever van Lemniscaat, uitgever van Lemniscaat USA, maar ik zing ook (veel te weinig), presenteerde voor de radio, gaf rondleidingen, speelde theater, fotografeerde – en nu vergeet ik vast van alles.


Wat doe ik het liefst?
Schrijven, lezen en reizen.
Eigenlijk zijn er een heleboel dingen die ik graag doe. Van knutselen en spelletjes met Lotje en Julia tot computeren en koken. Maar van al die dingen krijg ik op een gegeven moment genoeg. Van schrijven, lezen en reizen nooit.
Het liefste schrijf ik mijn eigen boeken en verhalen, maar ik geniet ook van het maken van vertalingen of het schrijven over boeken. Ik ben een beetje de ‘stem’ van Lemniscaat. Zo schrijf ik alle aanbiedingsfolders waarin de nieuwe boeken worden aangeprezen.
Als ik lees, ga ik op reis. Ik reis naar de werelden die de schrijvers hebben bedacht en kijk daar door hun ogen rond. Dat is ook het allermooiste van mijn werk als redacteur. Ik mag een verhaal al lezen voordat het een boek is, en ga dan met de schrijver op reis in zijn wereld. Ik mag daar rondkijken en praat met hem of haar over wat hij wil laten zien. Zo probeer ik zo’n schrijver zijn lezer nog dieper zijn wereld binnen te voeren.
Maar ik reis ook graag echt. En dat kan naar de andere kant van de wereld zijn, of naar het volgende dorpje op de kaart van Nederland. En als ik reis, kijk ik vooral naar de mensen om me heen, knoop ik een enkele keer praatjes met ze aan en ik bedenk vooral hele verhalen over hoe zij zouden leven.
En waar ik dan zoal ben geweest? Lotje laat me graag de landen opnoemen. Daar gaan we: Nederland, Duitsland, Polen, Rusland, China, Hong Kong (toen het nog Brits was), Singapore, Indonesië, Maleisië, Thailand, Laos, Vietnam, Mongolië, Italië, Griekenland, Frankrijk, België, Canada, de Verenigde Staten, Schotland, Engeland, Zwitserland, Luxemburg, Zuid-Afrika, Kenia, Mali, Rwanda, Israël, Palestina, Bangladesh en India. Dat was het geloof ik wel.

Wat is mijn lievelingsboek?
Dat is een moeilijke. Eigenlijk heb ik niet één lievelingsboek, maar een heleboel. Alle boeken waaraan ik met auteurs heb mogen werken hebben een speciaal plekje gekregen – en daar ga ik er niet een van noemen want dat doet alle andere tekort.
Ik zal altijd een nieuw boek kopen van Haruki Murakami, Sandro Veronesi of Carlos Ruiz Zafon, maar ik heb bijvoorbeeld ook alles van Louis Couperus (op wie ik afstudeerde aan de universiteit) en Hella Haasse (op wie ik zou promoveren, maar waarmee ik na een meningsverschil met mijn hoogleraar stopte). Mooie boeken wil ik altijd hebben. Ik heb er dan ook duizenden, waaronder zoveel kinder- en jeugdboeken dat ons huis bijna de Rotte inzakt.


Wat is mijn lievelingseten?
Op één staat Afrikaans. En dan vooral kitfo lebleb of gored gored. Soms móét ik gewoon Afrikaans eten. Dan knap ik helemaal op: ik word er vrolijk van en voel me altijd sterker.
Op twee staat een Indonesische rijsttafel, en die mag flink scherp zijn.
Op de derde plaats komt denk ik de Thaise keuken. Maar omdat mijn Lief dat niet lekker vindt, eet ik het bijna nooit. Maar toen ik nog alleen woonde, at ik vaak lab nua en nua pad bai krapauw.
Eigenlijk houd ik van heel veel soorten eten en ik kook ook graag, van stamppot tot streetfood en van ingewikkelde zevengangenmenu’s tot eenpansmaaltijden. Het probleem is alleen dat ik me nooit aan de recepten houd. Ik bedenk altijd iets dat volgens mij beter kan. En dat gaat verrassend vaak goed. Maar soms ook flink mis…
Ik houd trouwens echt niet van orgaanvlees of een boterham met Hollandse kaas.


Wat is mijn lievelingsmuziek?
Alles uit de Swing Era.
Ik ben wat muziek betreft te laat geboren. Ik voel me thuis in iedere ruimte waar muziek klinkt uit de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, vaak al zonder dat ik doorheb dat die muziek opstaat. Big bands & jazz…
Mijn heldin bij uitstek is Ella Fitzgerald. Die vrouw is muziek van top tot teen. Als je naar haar luistert heb je het gevoel dat ze haar mond maar open hoeft te doen en de hele ruimte om haar heen wordt het lied dat ze zingt – en dat met een gemak waar je alleen maar vrolijk jaloers op kunt worden.
Ik had ooit een zanglerares die Ella Fitzgerald maar niets vond. Zij vertelde dat Ella bij haar aan het conservatorium ‘de zingende huisvrouw’ werd genoemd, omdat ze zou zingen alsof ze ondertussen aan het stofzuigen is. Ik vond dat het grootste compliment dat ze kon geven: dat een vrouw zozeer haar muziek is, dat ze – wat ze ondertussen ook doet – de mooiste liederen kan zingen. (Maar dat begreep mijn zanglerares weer niet.)

Wat is mijn lievelingsplek?
Thuis, Terschelling en Londen.
We wonen in het fijnste huis van de wereld, omringd door boeken en muziek en alles wat we mooi vinden. Maar ik ga ook heel erg graag naar Terschelling. Al op weg daarnaartoe gebeurt er iets met me. Het lijkt net alsof alle sores van alledag er niet meer toe doet.
En als ik eenmaal op mijn eiland ben, hoef ik de eilandlucht maar in te ademen en ik voel me goed. Terschelling is niet te vergelijken met welk ander eiland ter wereld ook. Je hebt er alles: bos, strand, duin, zee, weiland en fijne cafeetjes. Alles is te fietsen.
En er is ook heel veel niet: hoogbouw, fabrieken, goed mobiel bereik, stress…
De lievelingsband van mijn dochters De mannen van Hee zingen het het mooist:
Terschelling, de zon, de zee, de rust.
Terschelling, van Wad tot Noordzeekust.
Terschelling, ik miste het zo lang.
Terschelling, mijn eiland, levenslang.
Tja, en Londen. Ik zeg altijd dat als we morgen in Engeland kunnen gaan wonen, ik dat meteen zou doen… Natuurlijk wil ik niet ons heerlijke huis verlaten, maar er is iets met Engeland en met Londen in het bijzonder, waar ik altijd helemaal door geïnspireerd raak. De Engelse humor, de manier waarop mensen je benaderen, de vanzelfsprekendheid waarmee allerlei verschillende culturen in die hoofdstad door elkaar lopen, en tegelijkertijd die enorme Britsheid met zijn tradities die onverwoestbaar is, het geweldige taalgevoel en de manier waarop Engelsen kunnen schrijven – van ingezonden brieven in de krant tot promotiefolders voor rondleidingen, het theater dat je op iedere straathoek vindt, het publeven, de musea, de muziek… Tijd voor Lemniscaat UK en nóg een excuus om vaker naar Londen te gaan!
(En eigenlijk, heel stiekem, is het Sprookjesbos in de Efteling, samen met mijn twee meisjes, ook een lievelingsplek van mij. Maar dat moet geheim blijven.)


Wat zijn mijn lievelingsbloemen?
Ranonkels.
Maar ook lelietjes-der-dalen, omdat mijn grootmoeder daar zo dol op was. Anemonen, omdat dat de lievelingsbloemen van mijn moeder zijn. Narcissen, omdat mijn Lief daar zo vrolijk van wordt. Fluitekruid, omdat ons huis in de lente omringd wordt door een zee daarvan. Lavendel, omdat dat zo verrukkelijk ruikt. Sneeuwklokjes, omdat die als eerste bloemen van het jaar in onze tuin de kop opsteken. Rozen, en dan vooral die onverwachte presentjes die in de tuin ontluiken op momenten dat dat eigenlijk niet kan, zoals midden in de winter. Hortensia’s, omdat die onlosmakelijk met ons huis verbonden zijn. Alle soorten bloesem, omdat die mijn hart doen huppelen. Koolzaad en klaprozen langs de snelwegen. Zonnebloemen op velden in Frankrijk. Forsythia, magnolia, brem… Teveel om op te noemen.

Wat is mijn lievelingskleur?
Blauw en rood.
Maar ook het groen dat in de lente op uitbarsten staat. Het wit van knisperverse sneeuw waar de zon op schijnt. Het geel en oranje van een vlammende herfst. En het fluweelzwart van de diepe nacht die niet wordt verpest door stadslicht, en die nog zwarter lijkt door de aanwezigheid van sterren.

Wie is mijn lievelingspersoon?
Ik heb drie allerliefsten: Lotje, Julia en mijn Lief.
Maar ik heb heel veel geluk. Ik ben omringd door mensen die een bijzondere plek in mijn hart innemen. Mensen bij wie ik altijd terecht zal kunnen en die dat – en ik hoop dat ze dat weten – ook altijd bij mij kunnen. Dat zijn, in alfabetische volgorde: A., C., D., D., É., E., E., H., I., J., L., M., M. en S.


Wat is mijn lievelingsgetal?
Drie.
Al als kind, zodra ik de tafel van drie kende, was ieder getal dat deelbaar is door drie mijn geluksgetal. Ik heb er dus heel veel. En waarom? Omdat ik het zo leuk vond dat je kunt zien of een getal deelbaar is door drie als je alle cijfers ervan bij elkaar optelt. Dus ik kon van de hoogste getallen al snel berekenen of ook dat getal deelbaar was door drie – en dus een geluksgetal van mij was.
Ik heb trouwens ook een blauwe beer die Drie heet.

Wat is mijn lievelings…?
Wil je nog iets weten? Mail me dan. Jij krijgt antwoord en misschien komt het ook nog wel hieronder te staan…